Tijdens de coronapandemie hebben veel mensen besloten een gezelschapsdier in huis te nemen. Zodra het coronavirus achter ons ligt en het weer mogelijk wordt om verre reizen te maken, zullen er veel mensen zijn die voor het eerst op reis gaan met hun huisdier. In dit artikel leest u waar u aan moet denken als uw huisdier mee wilt nemen op reis.
Denk er van tevoren goed over na of het wel echt nodig is om uw huisdier mee te nemen in het vliegtuig. Idealiter vliegen huisdieren niet, tenzij u permanent verhuist of een lange reis maakt van meerdere weken.
Volgens de richtlijnen van IATA moet het huisdier in kwestie minimaal 8 weken oud en volledig gespeend zijn voordat het per vliegtuig mag reizen. Veel luchtvaartmaatschappijen hanteren echter zelfs een leeftijd van minstens 15 weken.
De regelgeving verschilt per luchtvaartmaatschappij, maar over het algemeen mogen huisdieren alleen mee in de cabine (als "handbagage") als hij klein genoeg is om onder de stoel voor u te passen. Als het dier groter is dan dat, zal hij mee moeten in het vrachtruim. Om uw hond, kat of ander huisdier mee te nemen in het vrachtruim van het vliegtuig moet u op voorhand reserveren, aangezien er maar een beperkt aantal plaatsen zijn. Afhankelijk van de luchtvaartmaatschappij kunt u uw huisdier bij de incheckbalie afgeven of moet u deze naar een aparte vrachtafgifteplaats brengen.
Landen buiten de Europese Unie aanvaarden meestal maar een geldigheidsduur van één jaar voor de vaccinatie tegen hondsdolheid. Bovendien eisen een aantal landen, naast het paspoort, ook nog een afzonderlijk vaccinatiecertificaat en een gezondheidscertificaat. U kunt bij de ambassade van het land in kwestie het juiste model voor zo'n certificaat opvragen. Ook kunt u bij de ambassade of het consulaat terecht voor vragen omtrent specifieke wet- en regelgeving voor het land van bestemming. Soms dienen de certificaten gelegaliseerd te zijn door een officiële dierenarts van de overheid. Dit kan in België bij de Provinciale Controle Eenheden van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV).
Daarnaast hebben huisdieren om op reis te mogen een microchip nodig die voldoet aan de ISO-normen 11784/11785. Het gaat om een niet-gecodeerde microchip van 15 cijfers die werkt op 134,2 kHz. Als de microchip hier niet aan voldoet moet de eigenaar zorgen voor een compatibele microchipscanner. Het microchipnummer moet op alle gezondheids- en vaccinatiecertificaten worden vermeld.
Niet alleen uw huisdier, maar ook uzelf moet ervoor zorgen dat u over de juiste documenten beschikt om naar het buitenland te mogen reizen. Als u binnen Europa reist is dit meestal geen probleem, maar voor veel verre bestemmingen hebben buitenlandse vakantiegangers vaak een visum nodig. Daarnaast heeft u, om het visum aan te kunnen vragen, over het algemeen ook een geldig paspoort nodig.
Belgische reizigers kunnen zo'n visum tegenwoordig vaak eenvoudig online aanvragen. Het zogeheten e-visum wordt digitaal aan het paspoort gekoppeld, waardoor het niet nodig is om een bezoek te brengen aan de ambassade om het visum in het paspoort te laten plakken. De kosten en de geldigheidstermijn van het visum verschillen per bestemming.